Regelmatig bereikt ons de vraag of er altijd een transitievergoeding moet worden betaald. Zijn er geen uitzonderingen? Die zijn er wel degelijk. In dit artikel gaan we daar nader op in.
Sinds januari 2020 hebben werknemers vanaf de eerste dag van hun arbeidsovereenkomst recht op een transitievergoeding als de werkgever de arbeidsovereenkomst van tijdelijke duur niet verlengd (ook tijdens de proeftijd) of die van onbeperkte duur beëindigt. Daarnaast als jouw werknemer zélf ontslag neemt na ernstig verwijtbaar handelen of nalatigheid van werkgevers kant. Dit laatste wordt dan meestal vastgesteld door de kantonrechter.
De opbouw van de transitievergoeding is 1/3e maandsalaris per gewerkt jaar. Het is duidelijk dat het ontslaan van een werknemer met een lang dienstverband een kostbare zaak wordt. Stel iemand is 30 jaar in dienst, dan gaat dat 10 maandsalarissen kosten! De maximale vergoeding is in 2021 € 84.000.- bruto. Het kan dus heel onvoordelig uitpakken om iemand met een lang dienstverband die vlak voor zijn pensioen zit te ontslaan.
Natuurlijk is er een grijs gebied. Stel je bent niet tevreden over een werknemer. Er zijn echter niet voldoende gronden voor een ‘hard’ ontslag. Je kan dan het gesprek aangaan. Misschien heeft jouw werknemer het ook niet zo naar zijn zin en kan een zetje in de vorm van een beperkte ontslagvergoeding helpen. Je regelt dit in een vaststellingsovereenkomst. Hiermee voorkom je een hoop gedoe bij het UWV!
Meer weten over de transitievergoeding en een vaststellingsovereenkomst?
Neem dan contact op met Luc Willems, 06 41297624, of bel Alex Lahpor via 085- 8770186
#lwpa #hrm #ontslag #transitievergoeding #vaststellingsovereenkomst #ontslagvergoeding