Nieuws

De belangrijkste veranderingen op P&O - gebied in 2014

Positie flexwerkers

  • Als uitwerking van het Sociaal Akkoord, is afgesproken de maatregelen voor Flexibel werk (al per 1 juli 2014) en Ontslag (al per 1 juli 2015) eerder in te voeren. Door deze aanpassingen van de nog in te voeren Wet werk en zekerheid komen flexwerkers eerder in aanmerking voor een vast contract en wordt het ontslagrecht sneller aangepast.
  • Oneigenlijk gebruik van flexcontracten en schijnconstructies, waardoor (buitenlandse) arbeidskrachten hier onder de marktprijs kunnen werken, wordt aangepakt.

 

Aanpassing WW en ontslagrecht

  • De wettelijke maximale duur van de WW wordt tussen 2016 en 2019 stap voor stap teruggebracht van 38 maanden naar twee jaar. In cao’s kunnen werkgevers en werknemers afspraken maken over aanvullingen. De WW wordt meer gericht op een snelle terugkeer naar de arbeidsmarkt.
  • Verder wordt al na 6 maanden (nu 12 maanden) voor WW'ers alle arbeid als ‘passend’ aangemerkt. Dit vergroot voor WW-gerechtigden het belang om snel werk op niveau te vinden. De invoering van dit onderdeel van het Sociaal Akkoord wordt met één jaar vervroegd naar 1 juli 2015.
  • Ook wordt de handhaving versterkt, zodat ook écht meer WW'ers eerder aan het werk gaan. Bovendien wordt de inkomstenverrekening vervroegd naar 1 januari 2015, zodat arbeid altijd meer loont dan een uitkering.
  • Het ontslagrecht wordt eerlijker en meer gericht op het vinden van een nieuwe baan. De preventieve toetsing blijft, evenals de wettelijke bescherming van werknemers tegen ongerechtvaardigd ontslag.
  • Er komt een wettelijk vastgelegde ontslagroute voor alle werknemers: voor bedrijfseconomisch ontslag en wegens langdurige arbeidsongeschiktheid via een procedure bij UWV en voor (andere) in de persoon gelegen redenen en bij een verstoorde arbeidsverhouding via ontbinding door de kantonrechter.

 

Maatregelen voor zelfstandigen en bedrijven

  • De verlaging van de zelfstandigenaftrek wordt geheel teruggedraaid, zodat ZZP’ers en zelfstandigen niet ineens veel meer belasting moeten gaan betalen.
  • Wel wordt daarnaast oneigenlijk gebruik van ondernemersfaciliteiten (bijvoorbeeld met schijnconstructies) beter aangepakt.
  • Het kabinet maakt gaat vaart zetten achter een vrijwillige collectieve pensioenregeling voor zelfstandigen.
  • Het box 2 tarief wordt in 2014 incidenteel verlaagd van 25% naar 22%, waardoor het aantrekkelijk wordt om winst uit te keren. Dit levert op korte termijn kasopbrengsten op en leidt in latere jaren tot derving.
  • Het verlaagde Btw-tarief van 6 procent voor bouw, renovatie en hoveniers geldt voor heel 2014 en houdt dus niet in april volgend jaar al op.
  • Arbeid wordt goedkoper gemaakt door het terugdraaien van de afbouw algemene heffingskorting in de 4e schijf. Het terugdraaien van deze maatregel zorgt voor een lastenverlichting van 480 miljoen euro en een daling van de marginale druk.
  • Ook door werkgeverspremies te verlagen van het Arbeidsongeschiktheidsfonds (Aof) en het Algemeen Werkloosheidsfonds (awf) wordt arbeid goedkoper gemaakt.
  • Er komt een onderzoek naar knelpunten van loondoorbetaling bij ziekte en het ziekte- en arbeidsongeschiktheidsrisico voor werkgevers. Daarbij wordt bekeken of er meer solidariteit nodig is onder MKB-werkgevers, bijvoorbeeld door de verzekeringsgraad te verhoging met private herverzekering of collectieve fondsen voor MKB-werkgevers.
  • Het loon van ondernemers moet beter aansluiten op het loon dat gebruikelijk is voor het niveau en de duur van het werk. Dit gebruikelijk loon mag volgens huidige wetgeving tot 30% afwijken (lager zijn dan) van het ‘marktloon’. Dit percentage wordt per 2015 zodanig aangepast dat deze maatregel 150 miljoen euro oplevert.
  • Niet alleen voor bedrijven, maar wel van belang voor zakelijke autoparken: vanaf 2015 worden de CO2 grenzen voor de BPM verder aangescherpt. Verder blijft de accijnsverhoging van brandstof van kracht en gaat de geplande verlaging van de MRB niet door.

 

Loon- en inkomstenbelasting

  • Er komt geen inflatiecorrectie in de loon- en inkomstenbelasting. Gevolg is dat mensen eerder in een hogere schijf terechtkomen en dan dus meer belasting moeten afdragen.
  • De crisisheffing voor werkgevers van 16% over topsalarissen boven 150.000 euro wordt toch nog een jaar verlengd (en was dus toch niet éénmalig, zoals beloofd).
  • De maximale arbeidskorting wordt in vier jaar in totaal verhoogd met € 836. Voor 2014 bedraagt de verhoging € 374. Voor inkomens hoger dan 225% van het minimumloon wordt de arbeidskorting verder inkomensafhankelijk afgebouwd.
  • De algemene heffingskorting wordt verhoogd met € 99. Voor inkomens boven € 20.000 wordt de algemene heffingskorting geleidelijk verlaagd met maximaal € 740 bij een inkomen vanaf € 58.000. De overdraagbaarheid van de algemene heffingskorting wordt verder beperkt.
  • De dubbele algemene heffingskorting in het referentieminimumloon wordt verder afgebouwd.
  • De fiscale ouderenkortingen vervallen in 2015. In plaats daarvan krijgen ouderen een ‘kop’ op de zorgtoeslag.

 

Bevorderen werkgelegenheid

  • Er komt lastenverlichting in 2014. Hiermee wordt de vraag naar arbeid bevorderd en het herstel van binnenlandse bestedingen ondersteund.
  • Om op korte termijn de bestedingen te stimuleren, wordt daarom het tarief van de eerste belastingschijf schijf in 2014 (voor iedereen) verlaagd.
  • Er wordt verder structureel 50 miljoen euro vrijgemaakt voor regionaal beleid, waardoor de economische bedrijvigheid in krimpregio’s wordt ondersteund.
  • De minister van SZW gaat onderzoeken of aanpassing van de arbeidstijd gunstige effecten heeft op de structurele werkgelegenheid en hoe dat geëffectueerd kan worden.

 

Werkkostenregeling later ingevoerd

  • De verplichte invoering van de Werkkostenregeling wordt een jaar opgeschoven naar 1 januari 2015. Tot die tijd kunnen werkgevers dus gebruik blijven maken van het bestaande regime van verstrekkingen en vergoedingen.

 

Maatregelen arbeidsgehandicapten en doelgroepen

  • Het Rijk gaat met de gemeenten, sociale partners en andere organisaties deParticipatiewet voorbereiden die in 2015 wordt ingevoerd. Deze wet moet mensen met een grotere afstand tot de arbeidsmarkt activeren, bij voorkeur via een reguliere baan.
  • Werkgevers in de marktsector stellen zich garant om in 2014 al 5 duizend mensen met een beperking aan het werk te helpen. Dit is een verdubbeling van de eerdere toezegging. De gemeenten moeten daarom haast maken met de oprichting van de werkbedrijven.
  • Als het creëren van banen voor arbeidsgehandicapten niet goed loopt, is er een stok achter de deur. Want de beoordeling of er alsnog een quotum moet komen, wordt al vroeger genomen, namelijk eind 2015.
  • Het UWV maakt een business case over hoe de kansen op de arbeidsmarkt voor bestaande WAO’ers kunnen worden vergroot.
  • Vanaf 2014 neemt het Rijk jaarlijks 100 trainees aan en komen er 4000 stageplekken bij de overheid. Bijzondere aandacht in het overheidspersoneelsbeleid is er verder voor gehandicapten, jongeren, vrouwen en medewerkers in lage loonschalen.

 

Ouderen, AOW en pensioen

  • De AOW-leeftijd wordt stapsgewijs verhoogd naar 67 jaar om de AOW op langere termijn betaalbaar te houden. Het nieuwe wetsvoorstel waarin deze leeftijdsverhoging is uitgewerkt wordt in het voorjaar van 2014 bij de Tweede Kamer ingediend.
  • De werkbonus voor werkenden van 61 tot 64 jaar wordt vanaf 1 januari 2015 voor nieuwe gevallen afgeschaft. Voor bestaande gevallen blijft de werkbonus op het huidige niveau. Vanaf 2018 wordt de werkbonus volledig afgeschaft.
  • Er komt een ‘lichter arbeidsrechtelijk regime voor AOW-gerechtigden’, waardoor het eenvoudiger en aantrekkelijker moet worden om oudere werknemers in dienst te nemen (of te houden). Tegelijkertijd moet mogelijke verdringing van jongere werknemers door AOW-gerechtigden worden tegengegaan. Het kabinet stuurt de voorstellen hiervoor uiterlijk eind november naar de Tweede Kamer.
  • Sectoren krijgen geen geld voor werkgelegenheidsplannen als die vervroegde uittreding van ouder personeel omvatten. Want vervroegde uittreding past niet binnen een steeds ouder en steeds vitaler oud wordende samenleving, vinden de partijen die het akkoord sloten.
  • Ouderen die nog een eigen huis hebben waar ze ook de financiële lasten van dragen, gelden per 2015 als niet-samenwonend. Hierdoor ontvangen zij de hogere AOW-uitkering voor alleenstaanden van 70%.
  • Het kabinet stuurt begin 2014 nieuwe pensioenregels in het zogenoemde Financieel Toetsingskader naar de Tweede Kamer. Het oorspronkelijke plan om twee pensioenregimes in te voeren is alweer van de baan. Het kabinet onderhandelt nu met de sociale partners en de pensioenuitvoerders over één regime waarbij waarschijnlijk wel meer pensioenrisico bij de pensioendeelnemers (werknemers en gepensioneerden) wordt gelegd.
  • Op 18 december 2014 sloot het kabinet op de valreep nog een pensioenakkoord met de oppositie. Nu mensen langer moeten werken, kunnen ze ook langer pensioen opbouwen. Hierdoor hoeft er per jaar minder te worden gespaard en zijn ook lagere pensioenpremies toereikend. Omdat we minder premie afdragen, kan het nettoloon omhoog en dat ondersteunt het economisch herstel. Met ingang van 2015 geldt daarom een opbouwpercentage van 1,875% (voor pensioen op basis van middelloon), in plaats van de voorgenomen 1,75%. Hiermee kan -in het ideale geval- met 40 jaar werken toch een pensioen worden opgebouwd van 75% van het gemiddelde inkomen. De aftopping van het pensioengevend inkomen blijft zoals in het oorspronkelijke voorstel en in lijn met het Sociaal Akkoord op €100.000. Voor mensen met inkomens die daarboven liggen, wordt het mogelijk gemaakt om op vrijwillige basis fiscaal vriendelijk bij te sparen uit het nettoloon.
  • Het is vanaf 1 januari 2014 niet meer mogelijk om pensioen op te bouwen in een stamrecht-BV. Voor bestaande gevallen geldt dat zij per 1 januari 2014 vermogen uit stamrecht in één keer mogen uitkeren. Over dit vrijgekomen vermogen hoeft in 2014 slechts over 80% van het totale bedrag belasting te worden betaald.

 

Geld voor werkgelegenheidsplannen

  • Het kabinet heeft 600 miljoen euro beschikbaar gesteld voor de medefinanciering van plannen van werkgevers en werknemers die bijdragen aan behoud van werk. Daarnaast wordt speciale aandacht besteed aan de arbeidsmarktpositie van ouderen en jongeren.
  • Uit het Europees Sociaal Fonds (ESF) wordt nog eens 30 miljoen euro extra geïnvesteerd in de aanpak van jeugdwerkloosheid. Dit komt bovenop de 50 miljoen die voor dit doel al eerder was uitgetrokken.

 

Toeslagen en kinderbijslag

  • Alle toeslagen op het inkomen worden vanaf 2015 gebundeld in éénhuishoudentoeslag. In deze toeslag zit ook een tegemoetkoming voor ouderen (in plaats van de MKOB en fiscale ouderenkortingen). De hoogte van de huishoudentoeslag is afhankelijk van het vermogen, het inkomen en de AOW-opbouw.
  • De leeftijdsdifferentiatie in de kinderbijslag blijft overeind en vervalt dus niet. De kinderbijslagbedragen voor oudere kinderen worden daardoor niet verlaagd.
  • De verhogingen van de bedragen voor het eerste en tweede kind in het kindgebonden budget worden gehalveerd. Voor een huishouden met kindgebonden budget en twee kinderen tussen 6 en 11 jaar is het voordeel per saldo dan nog zestig euro. De voorgenomen kop voor alleenstaande ouders blijft gehandhaafd.
  • Er wordt 100 miljoen ingezet voor de kinderopvangtoeslag die zodanig wordt aangepast dat de marginale druk voor de midden en hogere inkomens wordt verlaagd.
  • De aanpassingen die de ANW-uitkering voor nabestaanden tot maximaal een jaar zou beperken, is weer teruggedraaid en gaat dus niet door.

 

Uitbreiding zorgverlof en vaderschapsverlof

  • Begin 2014 komt het kabinet met het wetsvoorstel Modernisering regelingen voor verlof en arbeidstijden, dat uitbreiding van het vaderschapsverlof en verlof voor mantelzorgers regelt. Het is de bedoeling dat het recht op zorgverlof straks voor alle vormen van zorg gaat gelden. Nu is er alleen recht op langdurend zorgverlof als het om een levensbedreigende ziekte gaat, terwijl kortdurend zorgverlof al wel geldt voor alle ziekenzorg.
  • Zorgverlof wordt ook mogelijk voor werknemers die een zieke vriend, een ver familielid of een bekende verzorgen.
  • Ook het vaderschapsverlof wordt uitgebreid. Op dit moment hebben vaders twee dagen kraamverlof. Daar komen drie dagen onbetaald verlof bij. De werkgever kan dit extra verlof niet weigeren. Voortaan kan een partner dan dus een week verlof opnemen na de geboorte van het kind.

 

Vier procent bijtelling volledig elektrische auto's

  • Volgend jaar zou het bijtellingspercentage voor volledig elektrische auto’s én oplaadbare plug-in hybrides (elektrisch met een benzinemotor) van 0 naar 7 procent gaan. Maar het kabinet gaat dit bijtellingstarief splitsen in eenbijtellingstarief van 4 procent voor volledig elektrische auto's en een tarief van 7 procent voor de auto's met een CO2-uitstoot van 1 tot en met 49 g/km.

 

 Verhouding overheid met bedrijven en burgers

  • Vanaf 2017 kan iedereen zijn zaken met de overheid digitaal regelen. Iedereen krijgt dan een berichtenbox voor elektronische post van de overheid. Contact met de overheid verloopt dan met een zwaardere beveiliging via een speciale DigiD-kaart.
  • Opnieuw belooft het kabinet minder regels en procedures. Zo kunnen burgers, bedrijven en werknemers in de publieke de komende jaren 2,5 miljard euro besparen.
  • De overheid gaat klokkenluiders beter beschermen; zo nodig krijgen het adviespunt klokkenluiders en de onderzoeksraad integriteit overheid versterking.

 

 Stimuleringsbeleid voor bedrijven

  • Pensioenfondsen en verzekeraars gaan een groter deel van hun vermogen investeren in de Nederlandse economie. Daarom gaat het kabinet met deze partijen een ‘Nederlandse Investeringsinstelling’ opzetten. Deze instelling moet er voor zorgen dat de vormgeving en bundeling van investeringsprojecten zodanig is dat zij aantrekkelijk zijn voor pensioenfondsen en verzekeraars.
  • Startende ondernemers krijgen betere toegang tot risicokapitaal om hun groeiplannen te kunnen financieren. Naast de ruimte die er nog is in bestaande garantieregelingen voor MKB-financiering komt 5 miljoen euro extra beschikbaar zodat het garantiepercentage voor kleinere leningen tijdelijk verder kan worden verhoogd.

 

Koopkracht en loonontwikkeling

  • De koopkrachtontwikkeling verbetert door het pakket voor alle huishoudens in 2014 ten opzichte van de oorspronkelijke begroting van het kabinet. Dit komt vooral doordat het tarief in de eerste belastingschijf met 0,75 procentpunt is verlaagd. De maatregel moet een oppepper worden voor de bestedingen en zo de economische groei bevorderen. In de jaren na 2014 zal dat koopkrachteffect er niet meer zijn, omdat de eerste belastingschijf dan weer op het oude niveau terugkeert.
  • Overige effecten zijn wel blijvend. Zo is er voor gezinnen met kinderen een voordeel door het terugdraaien van het verlagen van de kinderbijslagbedragen voor oudere kinderen voor de groepen die met deze specifieke maatregelen te maken krijgen.
  • De topinkomens bij de (semi)overheid gaan omlaag: het maximum voor bestuurders gaat omlaag naar het ministerssalaris (nu nog 130% daarvan). Dit maximum moet op termijn ook gaan gelden voor niet-bestuurders.

 

Bron: Personeelsnet